Op maandagavond 31 december 1973, omstreeks 20.00 uur, ben ik geboren op de Kaapverdische eilanden (stad Assomada). Vanaf mijn 5- jarige- leeftijd ben ik in Nederland opgegroeid, (stad Rotterdam) en vanaf mijn 14-jarige-leeftijd ben ik woonachtig in Delft. Ik hou van rustig wonen, de drukte kan je altijd wel opzoeken. Maar laat mij wel duidelijk zijn, er gaat niets boven de stad Rotterdam. Een stad naar mijn hart, wat hou ik toch veel van Rotterdam, simpelweg omdat ik mij in Rotterdam thuis voel. Wat mij tegenhoudt om daar te gaan wonen, is omdat ik daar te veel mensen ken, en ik hou er niet van als iemand onaangekondigd voor mijn deur staat. Ik hoop op een dag in Voorschoten te gaan wonen en mijn laatste jaren daar te mogen slijten. De dag dat ik deze wereld verlaat, dan is mijn laatste wens dat mijn as gestrooid wordt in zee op de Kaapverdische eilanden (Praia), de hoofdstad van de Kaapverdische eilanden. Mijn roots, waar ik vandaan kom, een land wat van mij afgepakt is als kind. En niet alleen mijn geboorteland, maar ook mijn familie. Als kind heb je geen keuze, die worden voor je gemaakt door je ouders.
Als kind ben ik tot mijn 5- jarige-leeftijd door mijn opa en oma van mijn vaderskant opgevoed. Ik ben enig kind van mijn moeder en vader. Mijn moeder had inmiddels een andere man, die in Nederland woonde en in de haven van Rotterdam werkte, voor een betere toekomst. Destijds wilde iedereen op de Kaapverdische eilanden weg, om op zoek te gaan naar een betere toekomst. Mijn vader was in Angola (west Afrika) woonachtig, en hij zat in het leger. Mijn moeder had als vrouw zijnde geen recht. De mannen hadden toentertijd het laatste woord. Vandaar dat ik weggerukt was bij mijn moeder en zo ook van de familie van mijn moederskant. Wat ik me nog heel goed kan herinneren, doordeweeks was ik bij mijn opa en oma en in het weekend bij mijn tante, haar kinderen en mijn andere oma van mijn moederskant, die ik mama noemde. Mijn eigen moeder heb ik tot op de dag van vandaag nooit mama genoemd. Ik noem haar bij haar bijnaam JáJá. Wat ik nog goed weet, is dat toen ik 4 en 5 jaar oud was, ik elk jaar mijn moeder weer zag voor 6 weken. Vandaag de dag is het mij allemaal duidelijk geworden, waarom dat zo was. Het was namelijk zomervakantie en dan keerde iedereen zowat terug vanuit Europa en van andere landen, naar hun geboorteland om hun familie weer te zien. Dit zijn voor mij als kind de leukste tijden geweest, en tegelijkertijd ook de verdrietigste tijden. Begrijp mij goed, bij mijn opa en oma van mijn vaderskant had ik het ook naar mijn zin en ben ik als een vrij kind opgevoed. Mijn oma van zowel mijn moeders als vaderskant, waren voor mij de vader en moeder. Ze hielden zielsveel van mij. En wat hield ik veel van hen. Wat een gemis allemaal! Ondanks mijn vrijheid als kind, begon al op jonge leeftijd, pijn, verdriet en teleurstelling. De pijn om niet weggerukt te worden van de ene familie naar de andere familie. Afscheid van je moeder te moeten nemen die weer terug moest gaan naar Nederland, omdat ook zij op zoek was naar een betere toekomst. Een toekomst wat haar heel veel pijn, verdriet en teleurstelling gebracht heeft. Zoveel opofferingen geweest voor deze dappere vrouw, die niet kon weten wat haar allemaal nog te wachten stond. Ondanks alles, als ik vandaag de dag terug mag kijken in de afgelopen 48 jaren, kan ik voor altijd het volgende zeggen. De kracht die ik heb, om nooit op te geven, mijn winnaarsmentaliteit, discipline en hard blijven werken, geduldig zijn, hoop blijven houden op betere tijden, heb ik voor 1000 procent van mijn moeder. Hoewel ik destijds op mijn 9-jarig-leeftijd, nooit had gedacht dat ik haar gezicht nog zou zien. Ondanks alle pijn en verdriet, is er geen vrouw die de plaats van mijn moeder kan innemen.
Maar goed! Even terug naar het begin. Op mijn 5-jarig-leeftijd was mijn moeder weer terug op de Kaapverdische eilanden. Maar dit keer niet in de zomervakantie. Wat ik mij nog kan herinneren, het was november of december 1978. Op een bewuste avond, werd ik in mijn bed gestopt, helemaal van top tot teen aangekleed. Waar ik altijd naast mijn oma lag, mijn mama, die tot haar laatste adem naar mij gevraagd heeft, om mij nog een keer te mogen zien. Op de vroege ochtend, bij het kraaien van de haan, werd ik waker gemaakt door mijn moeder. Alleen mijn gezicht werd gewassen en mijn schoenen werden aangetrokken. Al mijn nichten en neven waren ook wakker gemaakt. De hele familie van mijn moederskant stond buiten voor het huis. Iedereen was aan het huilen en ik begreep er niets van. Het enige wat ik me nog goed kan herinneren, is dat ik niet kon ophouden om te vragen ‘Waar gaan we naartoe, ga ik weer terug naar mijn andere oma en opa toe’? “Nee! Kind houdt je mond en wees stil”, werd door mijn moeder gezegd. En toen kwam de taxi die ons op kwam halen. En bij het vertrek was het weer gehuil, wat op 100 meter afstand nog te horen was. Onderweg kon ik niet stoppen om te vragen waar we heengingen. Ik had nog nooit zo lang in een auto gezeten. Om een lang verhaal kort te maken. Opeens zat ik in een vliegtuig naar Nederland. Wat ik nog goed weet, is dat het koud was, dat noemden ze hier in Nederland de wintertijd. Wat heb ik toch gehuild van de kou, en als ik naar school moest waar ik niemand begreep en uitgelachen, en vooral gepest werd. Daardoor had ik nooit zin om naar buiten toe te gaan. Dit werd met een pakslaag opgelost en dan ging ik weer naar school toe, na mijn tranen te hebben afgedroogd.
Als peuter was het voor mij een leven vol pijn, verdriet, gemis, ik heb nooit een vaste basis van zekerheid gehad, om me veilig te voelen. Of met langdurige liefde opgegroeid. De mensen die van mij hebben gehouden, werden van mij afgepakt. Als kind al ben ik altijd opzoek geweest naar deze vastigheid van liefde. Liefde waar ieder kind recht op heeft.
Met mijn volgende blog! Ga ik verder met mijn verhaal, Franklin Lopes "wie ben ik”. Ik kan je alvast het volgende vertellen. Het zal één en al ellende zijn, wat geen een kind verdient om zo te moeten leven.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik vind jouw verhaal ontroerend en emotioneel. Tevens heb ik bewondering voor de manier hoe je alles verwoord hebt. Je hebt het niet makkelijk gehad. Jammer dat jouw jonge leven zo gepaard moest gaan met pijn en verdriet. Ik heb altijd respect voor je gehad, op de manier hoe jij in het leven staat. Na het lezen van jouw verhaal, heb ik nog meer respect voor jou gekregen.